Vragen en antwoorden (FAQ) m.b.t. Smart Guard

Er zijn twee alarmmodules verkrijgbaar:

• Smart Guard Inline GS
• Smart Guard Inline/Ontop

De modulevarianten Inline en Inline GS worden in het raamprofiel van REHAU geïntegreerd, de modulevariant Ontop wordt aan de buitenkant van het profiel bevestigd.

Om de Smart Guard Inline GS- of Smart Guard Inline-alarmmodules te kunnen gebruiken, zijn ramen met REHAU-profielen vereist. Smart Guard is compatibel met de hoofdsystemen GENEO en SYNEGO (Smart Guard Inline GS) en met systemen met een bouwdiepte van 70 mm, SYNEGO Slide en GENEO/ SYNEGO HST (Smart Guard Inline). In principe kunnen nagenoeg alle ramen in alle afmetingen en van alle types met Smart Guard-alarmmodules worden uitgerust. Voor uw eigen project dient u echter advies in te winnen bij een gespecialiseerde installateur, die de toepassing finaal zal controleren om u een optimale werking te kunnen garanderen.

De variant Smart Guard Ontop kan bij alle standaardramen van de systemen GENEO, SYNEGO en met bouwdiepte 70 mm worden aangebracht.

Voor montage achteraf is vooral de Smart Guard Ontop geschikt. Deze kan probleemloos achteraf op het raamprofiel worden aangebracht.
De inbouwvariant Smart Guard Inline GS kan bij de profielsystemen SYNEGO en GENEO achteraf worden gemonteerd. De montage en installatie moeten door een gekwalificeerde installateur worden uitgevoerd om fouten te vermijden en om de correcte werking te verzekeren. Dit heeft geen impact op eventuele garantieclaims voor uw ramen.
De inbouwvariant Smart Guard Inline voor de systemen met bouwdiepte 70 mm, SYNEGO/GENEO HST en SYNEGO Slide kan niet achteraf worden gemonteerd.

Inbouw is niet mogelijk bij bepaalde modellen zoals gebogen en schuine ramen alsook bij elementen die naar buiten toe openen. Laat u individueel adviseren door de installateur over de vormgeving van uw ramen zodat werking en veiligheid optimaal afgestemd zijn. Met het Smart Guard-systeem is het mogelijk om bijv. ook klassieke raamcontacten te koppelen zodat elementen die niet geschikt zijn voor het preventieve alarm toch ook beveiligd zijn.

De Smart Guard Ontop kan in principe los van eender welk systeem worden ingezet. De minimale aanzichtbreedte van de raamvleugel moet hiervoor 37 mm zijn.

De Smart Guard Inline GS-alarmmodule wordt via boringen die door de installateur zijn gerealiseerd ingeschoven en vervolgens in de raamsponning vastgeklikt. De Smart Guard Inline-alarmmodule wordt via door de installateur gerealiseerde freesopeningen ingeschoven. De sensoren worden aan de buitenkant telkens door een designafscherming omboord, zodat ze beschermd zijn. Aan de afscherming wordt de alarmmodule op het raamprofiel bevestigd met behulp van twee kruiskopschroeven.

De montage is in handen van een gespecialiseerde installateur. De behuizing van de alarmmodule wordt met behulp van een kleefpad op uw raamprofiel aangebracht, aan de buitenkant en bovenaan in het midden.

In dat geval kunt u de beveiliging verzekeren via de deur-/raamcontacten uit het REHAU-aanbod.

U kunt tot 20 componenten bij de binnensirene aanleren. Meer informatie hierover vindt u in de gebruikershandleiding voor de binnensirene.

Nee. De Smart Guard-alarmmodules in een raam werken op batterijen. Dit vereenvoudigt enerzijds de installatie, maar zorgt ook voor een hogere bedrijfszekerheid aangezien de preventieve werking van de Smart Guard ook bij een stroomuitval behouden blijft.

Voor de REHAU Re.Hub-gateway van het Smart Home-systeem en de binnensirene is een 230 V-aansluiting vereist. Alle andere componenten zoals ook de Smart Guard-alarmmodule werken op batterijen.

Voor de Smart Guard Inline GS-alarmmodule hebt u twee 1,5 V Mignon/LR6/AA-batterijen nodig, voor de Smart Guard Inline/Ontop-alarmmodule twee 1,5 V Micro/LR03/AAA-batterijen. Bij gebruik van verkeerde batterijen is er gevaar voor explosie. Uit interne tests door REHAU is gebleken dat de batterijen ongeveer om de 2 jaar moeten worden vervangen. U wordt tijdig in de REHAU Smart Guard-app (Smart Home-systeem) of via een geluidssignaal (Plus-systeem) geïnformeerd dat de batterijen moeten worden vervangen.

U hebt een internetverbinding nodig, een router met vrije LAN-aansluiting voor de verbinding van de REHAU Re.Hub-gateway, een geldig e-mailadres en een smartphone.

De duur is afhankelijk van de lokale omstandigheden en van de omvang van de door u gewenste uitrusting/configuratie. Dit kan tijdens het adviesgesprek met de gespecialiseerde installateur worden afgesproken.

Zowel de variant Smart Guard Inline/Ontop als de variant Inline GS kunnen in de Re.Hub-gateway aangeleerd worden.

Zodra de Smart Guard Inline/Ontop met succes in een gateway is aangemeld, laat deze laatste eenmalig een geluidssignaal horen. Dit is een hulp bij aanmeldingsprocedure.

Zodra een Smart Guard Inline/Ontop-alarmmodule met succes is ingelogd, wordt dat bevestigd via een geluidssignaal. Als dat niet gebeurt, gaat u als volgt te werk:

1. Controleer of de batterijen opgeladen zijn.
2. Als de afstand tussen de Smart Guard-alarmmodule en de Re.Hub-gateway (Smart Home-systeem) te groot is, is er geen ontvangst van radiosignalen. In dat geval moet een versterker worden gebruikt. Omwille van de belasting van het radiokanaal wordt het gebruik van meer dan twee versterkers niet aanbevolen, omdat de versterkers elk draadloos EnOcean-signaal herhalen.

Opmerking: let er bij het aanleren van de Re.Hub-gateway ook op dat u na de plaatsing van de batterijen geen magneet op de Smart Guard-alarmmodule legt!

Om de gevoeligheid te verminderen, gaat u als volgt te werk:

1. Haal het deksel van het batterijvak en verwijder de batterijen.
2. Vervolgens moet u de raamvleugel 3 keer sluiten en weer openen of de magneet 3 keer op de Smart Guard plaatsen en weer verwijderen (boven- of onderaan de module) of 5 minuten wachten (volledige ontlading).
3. Plaats de magneet opnieuw aan het onderste magneetcontact, waar de sensoren zich bevinden.
4. Plaats de batterijen terug. Wacht ongeveer 30 seconden tot de led eenmaal knippert.

De gevoeligheid is standaard op hoog ingesteld. Nu kunt u wisselen tussen de toestanden laag en hoog.

De Re.Hub-gateway kan met de achterplaat aan een muur worden bevestigd. Daartoe moet u eerst de EnOcean-USB-stick, de LAN-kabel en de stekker verwijderen. Aansluitend kunt u de achterplaat in lengterichting van de Re.Hub wegschuiven en aan de muur aanbrengen. Om dan vervolgens de gateway op de achterplaat vast te klikken, de USB-stick te plaatsen en tot slot de stekker in het stopcontact te steken. Deze volgorde moet verplicht worden gerespecteerd.

Als de afstand tussen de Smart Guard-alarmmodule en de Re.Hub-gateway te groot is, kan het draadloze bereik met behulp van een versterker worden vergroot. Om een Smart Guard met een versterker te kunnen gebruiken, moet de stekker ervan tijdens de inleidingsproces in het stopcontact zitten. Een al gekoppelde Smart Guard moet voorafgaand uit het systeem worden verwijderd. De stekker van de versterker tussen de Re.Hub-gateway en de Smart Guard-alarmmodule in het stopcontact steken en de koppelingsprocedure opnieuw starten. Verder hoeft u geen instellingen uit te voeren. Daarna controleert u of de Smart Guard correct werkt.

Per Smart Guard-systeem kunt u maximaal drie versterkers gebruiken. Maar omwille van de belasting van het radiokanaal raden we aan om zo weinig mogelijk versterkers te plaatsen.

Nee, op dit ogenblik is alleen een verbinding met slechts één versterker getest.

Nadat u de Smart Guard via de draadloze schakelaar hebt geactiveerd of in de app actief hebt gezet (Smart Home-systeem; timer telt af), duurt het max. 120 seconden tot het systeem ingeschakeld is. De deactivering volgt binnen enkele seconden.

U moet het Smart Guard-systeem activeren wanneer u de woning verlaat. Met het Smart Home-systeem kunt u via de REHAU Smart Guard-app uw Smart Guard-systeem ook bedienen en monitoren terwijl u onderweg bent.

Nee, tenzij de elektriciteitskosten voor de werking van de gateway (Smart Home-systeem) of de binnensirene, alsook de kosten voor de batterijen die ca. om de 2 jaar moeten worden vervangen. Kosten voor licenties, voor de REHAU Smart Guard-app en voor firmware-updates of dergelijke zijn er niet.

Nee, het product is vrij van onderhoud. We raden wel aan om de buitensensoren van de alarmmodule af en toe met een microvezeldoek te reinigen om (onwaarschijnlijke) aanhechting van vuil of stof volledig uit te sluiten.

In het Plus-systeem wordt u tijdig op de hoogte gebracht dat de batterijen bijna leeg zijn door de binnensirene. Bij gebruik van het Smart Home-systeem wordt u in functie van het apparaat via de REHAU Smart Guard-app geïnformeerd over de noodzakelijke vervanging van de batterijen.

Alle Smart Guard-alarmmodules hebben een batterijvak dat makkelijk te openen is. Om de batterijen te vervangen, moet u naargelang van de variant met behulp van een schroevendraaier de afdekkap van de behuizing of de volledige module van het raamprofiel halen. Dit kunt u nalezen in de gebruikershandleiding van het respectieve apparaat, waar het vervangen van de batterijen in detail wordt beschreven. U vindt de gebruikershandleiding in de rubriek Downloads.

Controleer eerst of de batterijen vol zijn.
Bij het vervangen van de batterijen mag de alarmmodule niet in de buurt van een magneet worden gebracht. Als de led op de alarmmodule drie keer knippert, werd een fabrieksreset uitgevoerd. Verwijder in dat geval de Smart Guard uit de REHAU Smart Guard-app (Smart Home-systeem) en installeer hem vervolgens opnieuw.
Indien de batterijen bij de variant Smart Guard Ontop werden vervangen terwijl het raam gesloten is, is de Smart Guard uit het systeem verwijderd. De fabrieksinstellingen zijn gereset op de Smart Guard, dus moet deze opnieuw worden geïnstalleerd.

Voor een fabrieksreset gaat u als volgt te werk:

1. Haal het deksel van het batterijvak en verwijder de batterijen.
2. Vervolgens moet u de raamvleugel 3 keer sluiten en weer openen of de magneet 3 keer op de Smart Guard plaatsen en weer verwijderen (boven- of onderaan de module) of 5 minuten wachten (volledige ontlading).
3. Plaats de magneet aan het bovenste magneetcontact (in het midden, waar zich de kleine insnijding bevindt).
4. Plaats de batterijen terug. Na 30 seconden staat het apparaat terug in de fabrieksinstellingen.

Zodra de fabrieksreset met succes is uitgevoerd, knippert de led van de module driemaal. Is dat niet zo, dan moet u de verschillende stappen opnieuw uitvoeren.

De fabrieksinstellingen op de binnensirene kunnen in het Plus-systeem worden hersteld indien een Smart Guard-alarmmodule of andere systeemcomponenten verkeerd werden aangeleerd. Voor de reset drukt u ca. 20 seconden op de LRN-toets tot de led rood/geel/groen knippert. Let erop dat u alle aangeleerde componenten heeft gewist om ze opnieuw aan te leren.

De achterplaat van de gateway is niet correct vastgeklikt. Het knipperende licht geeft aan dat de gateway zich in bedrijfstoestand bevindt. Om het knipperen uit te schakelen, moet u de achterplaat correct aanbrengen.

Opmerking: de fabrieksinstellingen mogen alleen worden hersteld op de gateway na een verzoek in de REHAU Smart Guard-app!

1. Fabrieksinstellingen herstellen (Unclaim) in de REHAU Smart Guard-app, voor zover dat al niet is gebeurd.
2. De stekker uit het apparaat of uit het stopcontact trekken, USB-stick uithalen en de achterplaat verwijderen (eventueel ook LAN-kabel, maar dat is niet echt nodig).
3. De zwarte knop tegenover de netaansluiting in de hoek indrukken, bijv. met een stift of schroevendraaier, en deze ingedrukt houden.
4. Terwijl de knop is ingedrukt, de gateway opnieuw op het net aansluiten.
5. Knop nog 30 seconden ingedrukt houden, tot een pulserend wit licht verschijnt; daarna de knop loslaten.
6. Na uiterlijk 5 min. moet de gateway opnieuw opgestart zijn. Dat wordt aangegeven door een gelijkmatig pulserend wit licht op de gateway.
7. Druk eenmaal op de kleine witte knop naast de LAN-aansluiting. 3 min. wachten tot een wit pulserend licht verschijnt.
8. Aansluitend de gateway weer van het stroomnet loskoppelen en de achterplaat terugplaatsen.
9. De gateway kan nu opnieuw worden ingesteld aan de hand van de aanwijzingen in de app.

Nee. Om veiligheids- en privacyredenen is er geen mogelijkheid voor onderhoud op afstand voorzien. Bij een probleem dient u zich in eerste instantie tot uw gespecialiseerde REHAU-installateur te richten, bij wie u het product hebt aangekocht.

Dankzij de autonome voeding van de Smart Guard-alarmmodule via batterijen wordt verzekerd dat de preventieve werking met visuele en akoestische waarschuwing bij alle varianten continu werkt.
Alle Smart Home-functionaliteiten van het Smart Home-systeem wordt via de REHAU Re.Hub-gateway aangestuurd. Deze is bij stroomuitval echter gedeactiveerd, zodat de alarmscenario's niet kunnen worden geactiveerd. Zodra de stroomtoevoer is hersteld, is het Smart Home-systeem meteen weer operationeel.
Ook wanneer er geen internetverbinding is, blijft de werking van het Smart Home-systeem behouden; u kan het systeem alleen niet controleren via uw smartphone of tablet.

Voor reserveonderdelen resp. componenten uit het REHAU-leveringsaanbod dient u zich rechtstreeks tot uw REHAU-installateur te wenden. Optioneel koppelbare Smart Home-producten kunt u ook bij de REHAU-installateur vinden, of rechtstreeks bij de fabrikant of in de elektrozaak.

Om te garanderen dat de Smart Guard-modules correct uit een versterker verwijderd worden, moeten tijdens de aanleerprocedure alle versterkers aangesloten zijn.

We raden dit af. Ook al is een nieuwe versterker plaatsen in principe mogelijk, u doet dat best niet, want in dat geval kan de goede werking van de Smart Guard niet worden gegarandeerd. Controleer dan of de Smart Guard nog werkt, en als dat niet zo is, moet u de Smart Guard eerst uit het systeem verwijderen en vervolgens opnieuw installeren.

Wanneer bij het installeren een versterker wordt gebruikt, kan de Smart Guard alleen met deze versterker worden geactiveerd/gedeactiveerd. Maar de raamstatus kan nog steeds hetzij direct hetzij via een andere versterker worden overgedragen. Indien u de versterker definitief van de Smart Guard wilt scheiden, moet u de Smart Guard uit het systeem verwijderen; de oude versterker (voor zover nog operationeel) moet daarbij actief zijn. Koppel de versterker nu los van het stroomnet en leer de Smart Guard opnieuw aan.

Na activering van de Smart Guard-alarmmodule piept de binnensirene driemaal kort en zwak. Op dat ogenblik is ze scherp gesteld. Het geluid van de sirene in geval van een alarm kunt u uitschakelen in de REHAU Smart Guard-app (Smart Home-systeem) of via de draadloze schakelaar door deactivering van de volledige Smart Guard.

Een van de batterijen of beide batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen.